Het familiewapen
door Wim van Grasstek


Het kan niet met zekerheid worden gezegd of onze familie vóór het jaar 1721 al over een wapen beschikte. Daarentegen zijn er wel aanwijzingen, welke juist doen veronderstellen, dat onze familie vòòr genoemd jaar nog geen wapen had.

Als Lodewijck van Grassteck (zie No 118 / ²V) op 9 oktober 1701 het graf in de Pieterskerk te Leiden, laat hij op de steen niet zijn familiewapen, doch zijn initialen ,,L.v.G.” aanbrengen. Gezien het feit dat in ons wapen de Franse lelie en een laddertje voorkomen, symbolen, welke betrekking hebben op Lodewijck’s vrouw, Gesina Frantzen, moet het ontstaan van het familiewapen aan deze Lodewijck worden toegeschreven en wel nà diens huwelijk, derhalve nà 29 Augustus 1721.

De eerste positieve aanwijzingen in zake het bestaan van ons wapen trof ik aan in het Leidse archief en wel op een notariële acte (inv. ¹ 2651 ¹ 245) ten name van Lodewijck’s oudste zoon, Thomas Arnoldus van Grassteck (zie No 124 / V a), die op 14 Juli 1794 zijn lakstempel op deze acte afdrukte. Hoewel dit oude lakzegel niet meer zo drukscherp is, laat het toch nog goed zien, dat in het eerste kwartier een steppend schaap, in het tweede kwartier een Franse lelie en in het derde kwartier een tak met eraan drie bloemen en vier blaadjes is afgebeeld, terwijl het vierde kwartier een laddertje van zes of zeven sporten laat zien. Het aantal sporten is hier niet met zekerheid vast te stellen. Daar ik echter nog in het bezit ben van een lakzegel, waarvan de vorm en de afbeelding gelijk is aan die, welke op de notariële acte werd geplaatst maar welke scherper werd afgedrukt en nu duidelijk een ladder van zeven sporten laat zien, kunnen wij wel aannemen, dat ook opgenoemde acte aantal sporten op zeven moet worden gesteld.



De kleuren van het oorspronkelijke wapen
  
Daar er met betrekking tot het kleuren van wapens bepaalde heraldieke regels bestaan, terwijl er in de lakzegels arceringen zijn verwerkt, welke als kleuraanduiding zijn bedoeld, is het mogelijk om vast te stellen in welke kleuren het ons eerst bekende wapen was uitgevoerd.

- Het eerste kwartier: Een groen veld met erin een steppend schaap van zilver.
- Het tweede kwartier: Het veld van zilver met erin een rode Franse of heraldieke lelie.
- Het derde kwartier: Een groen veld met erin een tak, waaraan drie bloemen (distels) en vier blaadjes. Dit in zijn geheel van goud.
- Het vierde kwartier: Het veld van zilver met erin een rode ladder van zeven sporten.


                     Uitvoering familiewapen afkomstig van Willem François van Grasstek 1864-1938                                                      Uitvoering in koper van familiewapen


Symbolen

En thans de vraag: ,,wat stelde ons wapen voor?”. Hoewel ik nergens een beschrijving ervan heb kunnen vinden, heb ik mij toch via de hiervoor in aanmerking komende inlichtingenbronnen een mening kunnen vormen en wel deze:

- Het schaap:
Het schaap was het symbool voor de stad Leiden, waar destijds de belangrijkste lakenindustrie van Nederland was gevestigd. Het schaap gaf de wol, de grondstof voor deze industrie. Lodewijck van Grassteck was te Leiden geboren en was koopman en beddenmaker van beroep.
- Het takje met de drie distels:
Deze spruiten of stekjes stellen het nageslacht symbolisch voor (Grasstekjes), terwijl de groene kleur van de beide velden verband houdt met het eerste deel van de naam (Grasstek).

De andere helft van het wapen bevat de symbolen voor Lodewijcks echtgenote, Gesina Frantzen.

- De Franse lelie:
Als woordspeling bedoeld op de familienaam ,,Frantzen”.
- Het laddertje:
Hiermede wordt de familienaam ,,Hoogklimmers” aangeduid. De moeder van Gesina Frantzen heette Anna Hoogklimmers.



Verschillende gevoerde wapens

Aan de hand van de gebruikelijke procedure ten aanzien van het voeren van het familiewapen door afstammelingen, kunnen wij aannemen, dat Thomas Arnoldus van Grasstek als oudste zoon, na het overlijden van zijn vader, diens wapen ging voeren. Dit zou dus het wapen zijn, zoals het lakzegel het ons op voornoemde acte laat zien.

De tweede zoon van Lodewijck met name Abraham Bernardus van Grasstek (zie No126) voerde het wapen hoogstwaarschijnlijk in dezelfde vorm, maar wijzigde slechts de kleuren. Tot deze conclusie ben ik gekomen, omdat alle afstammelingen van deze Abraham Bernardus voor zover kon worden nagegaan het wapen in deze kleuren voerden of nog voeren (zie ook bijzonderheden van No 135 en No 167). Dit en thans door de gehele familie aanvaarde wapen ziet er als volgt uit:

- Strook grond in een blauw veld. (Soms werd en wordt de groene strook grond weggelaten en dus het gehele veld blauw).
- Het tweede kwartier: Een rode Franse of heraldieke lelie in een veld van zilver.
- Het derde kwartier: Drie rode bloemen aan een groene gebladerde tak in een veld van zilver.
- Het vierde kwartier: Een ladder van zilver in een blauw veld. (Het aantal sporten was en is variërend. In deze uitvoering treffen wij laddertjes aan met vijf, zes, zeven en negen sporten).

Hoe Lodewijck’s zoon, Willem van Grasstek (zie No130) het wapen voerde, heb ik helaas niet kunnen achterhalen. Wel ben ik op mijn speurtochten andere uitvoeringen van het familiewapen tegengekomen. Zo voerde de tweede zoon van de reeds genoemde Thomas Arnoldus met name Fransiscus van Grasstek (zie No133 ), nadat hij 1783 gehuwd was met Maria Johanna van Akerlaken, het wapen als volgt:

- Het eerste kwartier: Een steppend schaap van natuurkleur op een groene strook grond in een veld van zilver.
- Het tweede kwartier: Een rode lelie (fleur de lys) aan groene gebladerde steel in een veld van zilver.
- Het derde kwartier: Een gele bloem aan groene gebladerde steel in een veld van zilver.
- Het vierde kwartier: Een bruine ladder van negen sporten in een veld van zilver.

Dit wapen is ook vermeld in het geslachtsregister der familie ,,van Akerlaken”, wier archief is ondergebracht in het Westfries museum te Hoorn.

Joan van Grasstek
(zie No144), zoon van Fransiscus, voerde het wapen weer anders en wel:

- Het eerste kwartier: Een steppend schaap van natuurkleur in een veld van zilver.
- Het tweede kwartier: Een rode Franse lelie in een veld van zilver.
- Het derde kwartier: Een gele bolvormige bloem aan groene gebladerde steel in een veld van zilver.
- Het vierde kwartier: Een bruine ladder van zes sporten in een veld van zilver.

Voor zover kon worden nagegaan is het nageslacht van Joan van Grasstek het wapen in deze uitvoering blijven voeren.


Voorbeelden:


                            Uitvoering familiewapen gemaakt door Jan van Grasstek (No 280)                                                Uitvoering familiewapen gemaakt door George van Grasstek (No 215)

 

Zegelringen en lakstempels

Tot slot een opmerking over de bij nog enkele familieleden aanwezige zegelringen en lakstempels. Deze trof ik voornamelijk aan bij het nageslacht van Abraham Bernardus van Grasstek (zie No126) dus bij de tak welke het blauwe wapen voert. Het is evenwel opvallend, dat het meerendeel der ringen en stempels van deze familieleden, de groene arcering bevat. Het laddertje heeft ook nu weer een variërend aantal sporten.





















  Zegelring van Ineke Gast - van Grasstek (281), nu in het bezit van Lisette van Grasstek                                                   Zegelring van Lodewijk (Bob) van Grasstek (246), nu in het bezit van Lodewijk van Grasstek


 


















Zegelring van Suzanne van Grasstek                                                                                                                                       Zegelring (groene steen), herkomst onbekend, nu in het bezit van Mariska van Grasstek


Ik hoop U met deze korte uiteenzetting aangaande ons familiewapen van dienst te zijn geweest.


Wim van Grasstek